Inleiding familiegeschiedenis: de kwartierstaat
Het is al meer dan twintig jaar geleden dat ik ben begonnen met genealogisch onderzoek. Net als bij veel andere mensen begon het rond mijn dertigste te kriebelen en begonnen er vragen op te borrelen. Ik was gesetteld, eerste kind op komst en dan beginnen veel mensen - ik wel - zich af te vragen in welke 'traditie' jij en je kinderen staan. Wat voor familie kom je eigenlijk uit voort? Dat romantische beeld dat bepaalde familiekenmerken door de eeuwen heen hetzelfde zijn gebleven, zou dat kloppen? Woonden mijn voorouders al in Fryslân?
Eigenlijk was mijn vraag samen te vatten met 'waar kom ik vandaan'? Wat zijn de oudste sporen die ik van mijn voorouders kan vinden, om een idee te krijgen waar mijn wortels liggen? Dat betekent dat ik niet zo geïnteresseerd ben in een stamboom. Met een stamboom vogel je alle nazaten van een voorouder uit. Al zijn kinderen en daar weer alle kinderen van en al hun kinderen, etc. Dat levert je al gauw een onoverzichtelijk brei van duizenden, zo niet tienduizenden namen op. Leuk als je wilt weten aan wie je allemaal verwant bent, maar mijn vraag is anders. Ik heb daarom niet een stamboom gemaakt, maar een kwartierstaat. Bij een kwartierstaat begin je niet bij een verre voorouder en werk je naar het heden, maar neem je jezelf als uitgangspunt en werk je naar het verleden. Anders gezegd: ik begin met mijn ouders, beschrijf dan de ouders van mijn ouders (vier mensen), dan de ouders van mijn grootouders (zestien mensen) en vervolgens de ouders van mijn overgrootouders (32 mensen) en zo verder. Dat resulteert ook al gauw in een brei van een paar honderd namen, maar het is overzichtelijker dan een stamboom en je gaat relatief snel terug in de tijd. Toch heb ik er ook voor gekozen beperkingen aan te brengen. Ik heb de meeste aandacht besteed aan de familielijnen van mijn vier grootouders: Jitze Beers van mijn vaders kant en Auke Van der Pal van mijn moeders kant. Omdat ik in het onderzoek de naamgevers van de familie heb gevolgd, volg je altijd je voorvaders en komen de voormoeders er bekaaid af. Dat lijkt vrij vrouwonvriendelijk (genealogisch onderzoek volgt traditioneel vooral de mannelijke lijn), maar dat komt ook doordat mannen doorgaans vaker geregistreerd werden. Vroeger waren het immers de mannen die bezittingen hadden, niet de vrouwen. Bezittingen leveren nog wel eens registraties op in bepaalde archieven. Beroepen en functies ook. Van schulden zijn ook archieven vol bewaard gebleven en het waren toch eigenlijk altijd de mannen die schulden maakten of gingen opeisen. Net zoals crimineel gedrag en gevangennemingen: (bijna) altijd mannen. Doordat vrouwen een kleinere rol in de samenleving hadden, is genealogisch onderzoek beter te doen door het volgen van de mannelijke lijnen. |
henkbeersleovardia-2003.pdf | |
File Size: | 5601 kb |
File Type: |
jelke_vanderpalkleinegeschiedenisvoorouders-2018.pdf | |
File Size: | 212 kb |
File Type: |