Jitze Beers en Antje Poortinga
Jitze Beers - grondwerker, vrachtwagenchauffeur
* 18 oktober 1915, Leeuwarden + 27 november 1982, St. Nicolaasga Op 24 juli 1940 getrouwd met
Antje Poortinga - dienstbode * 13 juli 1919, Leeuwarden + 1 februari 2006, Leeuwarden Nadat in 1913 hun zoontje Jitze na zes weken overleed, krijgen Rinze Beers en Bontje Visser in 1915 weer een zoon die zij Jitze noemen. Jitze wordt geboren aan boord van een schip dat op dat moment aan het Zuidvliet in Leeuwarden ligt. Voor de volledigheid noteert de ambtenaar van dienst dat de familie Vrij Evangelisch is.
Na de dood van vader Rinze, vaart zijn moeder Bontje Visser nog een tijd met haar kinderen op de Deo Juvanta. Als oudste van de nog op het schip wonende zonen, neemt Egbert het roer, al is Jitze meer bedreven in het schipperen. Het leidt tot regelmatige ruzies tussen de broers. Moeder Bontje geeft twee van haar zoons, waarschijnlijk Egbert en Pieter een skûtsje. Jitze heeft dan - vrij uitzonderlijk voor de Tweede Wereldoorlog - een rijbewijs en kan van haar een vrachtwagen krijgen, maar dat wijst hij af. Zijn hart ligt bij het varen. Egbert wordt uiteindelijk de schipper en Jitze gaat aan de wal werken. Voor de oorlog werkt hij een tijd in De Harz in Duitsland. Op 24 juli 1940 trouwt hij met Antje Poortinga. Hij is dan grondwerker, zij werkte als verkoopster bij de V&D, maar is het laatste half jaar voor het huwelijk in dienst bij de familie Runia om het huishouden te leren. De eerste jaren van hun huwelijk worden gedomineerd door de bezetting. Jitze gaat onderduiken om onder de Arbeidseinsatz uit te komen. Hij vindt een adres aan de Tijnjedijk in Leeuwarden. Antje heeft moeite alleen te wonen en loopt met hun oudste – dochter Klaasje - in de kinderwagen van hun huis in Huizum, naar het onderduikadres. Tot woede van Jitze die bang is dat deze actie het onderduikadres kan prijsgeven.
Jitze is na de oorlog chauffeur voor een houthandel aan de Dokkumer Ee in Leeuwarden. Hoewel hij bedreven is in het varen van skûtsjes, zal hij nooit een eigen schip ghebben en is tevreden met de vrijheid van het met een vrachtwagen door de provincie kunnen rijden. Dat merkt zoon Rinze als hij een enkele keer met zijn vader mee mag rijden.
Verbetering van zijn positie wordt meerdere keren door Antje tegengewerkt. Zij wil niet uit Leeuwarden weg. Om die reden wordt Jitze nooit havenmeester in Warten, chauffeur voor de houthandel van Beers in Schoorl en gaat een emigratie naar Australië niet door. Dit en andere zaken zorgen uiteindelijk voor zoveel wrijving tussen Jitze en Antje, dat zij eind jaren veertig uit elkaar gaan: een ‘scheiding van tafel en bed’. Jitze gaat bij zijn moeder Bontje aan het Cambuursterpad wonen. Waarschijnlijk heeft hij in die tijd geen vaste baan meer. Wel staat hij met plezier in de bediening in it Skippershuske in Terherne en Iesicht op De Veenhoop. Daarnaast werkt hij mee aan de afsluiting van het Lauwersmeer door het beweegbare brugdeel naar zijn plek te varen.
Ik herinner me opa Jitze van bezoekjes in de late jaren '70 toen hij in Wilhelmina-oord in St. Nicolaasga woonde. Hij vertrok daarna nog naar een appartementje in bejaardencentrum De Boskrâne in hetzelfde dorp, waar hij op 27 november 1982 overleed, 67 jaar oud. Antje woont in de jaren '70 aan de Gerbrandyweg in Leeuwarden, eerst met haar moeder Klaaske Roorda, totdat deze naar verzorgingshuis Het Nieuwe Hoek in Leeuwarden gaat en Antje halverwege de jaren '80 een appartement krijgt in de sterflat aan de Weideflora in Leeuwarden.
De laatste jaren van haar leven woont zij net als haar moeder dertig jaar daarvoor, ook in Het Nieuwe Hoek waar ze overlijdt op 1 februari 2006. << Rinse Beers Jitze Beers Rinze Beers >>
|