Mevrouw Vos
Vriendelijk, maar frêle, zit mevrouw Vos in haar stoel. Ze kan niet overeind komen, al zou ze willen. Vijftien jaar geleden heeft ze haar been ernstig verdraaid en tot overmaat van ramp is ze kortgeleden ook nog gevallen.
“Maar een rolstoel daar ben ik niet aan toe, hoor! Je wilt je toch een beetje beter voordoen dan je bent, nietwaar? Ik wil zo zelfstandig mogelijk blijven. Daardoor heb ik maar een Zorgzwaartepakket 1. Dat levert het verzorgingshuis weinig op.” Ze lacht: “ze hebben hier niet veel aan mij!” Na de dood van haar man heeft mevrouw Vos nog jaren zelfstandig gewoond en daarna nog vijftien jaar in een service-flat. Tot volle tevredenheid. Toch leek haar de overstap naar een verzorgingshuis verstandig. “Achteraf, als ik had geweten dat ik in de service-flat ook thuiszorg had kunnen krijgen, was ik misschien wel gebleven, maar nu wil ik ook niet meer terug. Het is hier toch ook net een grote familie. Het personeel is ook leuk, je bouwt toch ook wel een wat een band met ze op.” Mevrouw Vos is bijzonder tevreden met haar plek in het verzorgingshuis. “Mensen hoeven er niet tegenop te zien hoor. De stemming onderling is erg goed, al kan wel merken dat mensen op steeds latere leeftijd naar een verzorgingshuis komen. Dan zijn ze vaak al wat slechter en is de communicatie ook moeilijker. Het leuke is wel dat er veel activiteiten zoals spelletjes zijn, al ga ik niet overal naar toe.” Wat niet wil zeggen dat alles perfect is, maar volgens mevrouw Vos heb je nooit alles precies in de hand. “Wat ik mis is een supermarkt hier in de buurt. Er is wel een winkeltje in het huis, maar dat is voor de belangrijkste dingen. Ze willen ook nog wel boodschappen voor je halen en dat is fijn, maar in een supermarkt kan je even sneupen, kijken welke aanbiedingen er zijn, maar het is hier gewoon niet.” Ze wilde als bewoonster ook haar bijdrage leveren aan het werk van het zorgcentrum. Daarom was ze jarenlang lid van de cliëntenraad en nu is ze nog lid van de menucommissie. “Samen met iemand van facilitaire zaken, de diëtiste, activiteitenbegeleidster en de kok praten we over de kwaliteit van het eten. En dat heeft effect: we kregen drie keer per week fruit, maar iedereen weet dat je alle dagen fruit moet eten. Dat hebben we dus aangekaart en nu krijgen we alle dagen een stuk fruit!” Was ze eerder bij het zorgcentrum betrokken geweest, had ze nog wel een tip gehad voor degene die het huis heeft gebouwd: “ik vind het eigenlijk niet meer van deze tijd dat je in dezelfde kamer moet slapen als waar je overdag bent. Vooral in de zomer als het zo warm is, is het hier ’s nachts niet uit te houden en ik zit op de begane grond, dus ik kan ook de tuindeur maar niet zomaar openzetten. Ik vind dat nieuwe huizen allemaal met een aparte slaapkamer gebouwd moeten worden.” Waarvan acte. |